Ik wou graag 'n apie, maar dat mocht niet
Ik vroeg 't me moe in 't begin
Ze zei: "Nou, vraag dat maar aan je vader"
Maar die riep: "Daar komt niks van in
Want apies zijn niet in huis te houwen
Die maken verschrik'lijk kabaal
Ze slopen 't huis en alle meubels
En stinken, dat is niet normaal"
Ik zei nog dat ik 'r voor zou zorgen
Maar pa zei: "Dat ken ik van jou
Jij kan nog niet zorgen voor een goudvis
Vergeet jij die aap dus maar gauw"

Maar wat denk je dat gisteren gebeurde
Ik kwam 's middags thuis uit m'n school
De kamer zat vol met ooms en tantes
Dus mooi dat 'k me dadelijk verschool
Ik hoorde ze praten over "schattig"
En "wat is 'ie toch leuk om te zien"
Dus ik dacht meteen: " 'k Krijg toch een apie
Mijn pa heeft z'n fout ingezien"

Ik holde de trap op, naar m'n moeder
Maar die lag op bed, dus ik schrok
Ik dacht: "Misschien heeft 'ie haar gebeten
En heeft ze nu last van een shock"
Maar m'n moeder zei: "Kijk eens in dat wiegje"
Ik keek en werd meteen onwel
En riep: "Nee, nou wordt 'ie helemaal mooi
Ik mocht geen aap, waarom jij wel?
Heus da'k dat aan pappa vertel"



terug naar de teksten